plafonneerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plafonneerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·fon·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
plafonneren

plafonneerden

  1. meervoud verleden tijd van plafonneren
    • Wij plafonneerden. 
    • Jullie plafonneerden. 
    • Zij plafonneerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord plafonneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.