plak af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plak af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplɑk ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plak af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afplakken

plak (…) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplakken
    • Ik plak af. 
  2. gebiedende wijs van afplakken
    • Plak af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplakken
    • Plak je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord plak af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.