planear

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /pla.neˈaɾ/
Woordafbreking
  • pla·ne·ar

Werkwoord

planear

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
planear
planeaba
planeado
volledig
  1. zweven
  2. (luchtvaart) zweefvliegen
  3. plannen maken
  4. overgankelijk plannen, ordenen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.