planeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: planeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pla·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
planeren |
planeerde
- enkelvoud verleden tijd van planeren
- Ik planeerde.
- Jij planeerde.
- Hij, zij, het planeerde.
- Ik planeerde.
Gangbaarheid
- Het woord planeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.