planeerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  planeerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
planeren

planeerden

  1. meervoud verleden tijd van planeren
    • Wij planeerden. 
    • Jullie planeerden. 
    • Zij planeerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord planeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.