planologischers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  planologischers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·no·lo·gi·schers

Bijvoeglijk naamwoord

planologischers

  1. partitief van de vergrotende trap van planologisch
    • Dat is iets planologischers... 

Gangbaarheid

  • Het woord planologischers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.