plantende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plantende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·ten·de

Werkwoord

vervoeging van: planten
verbogen vorm: plantendee

plantende

  1. verbogen vorm van plantend, het onvoltooid deelwoord van planten

Gangbaarheid

  • Het woord plantende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈplɑntənə /
Woordafbreking
  • plan·ten·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het onvoltooid deelwoord van  plante ww  met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud plantende - - - - - -
o enkelvoud plantende
meervoud plantende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
plantende - - - - - -

Bijvoeglijk naamwoord

plantende

  1. (plantkunde) plantend

Werkwoord

plantende

  1. zwakke verbuiging onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van plante
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.