plekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plekje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plek·je

Zelfstandig naamwoord

hetplekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plek
     We vonden tussen de bomen een vlak plekje om ons kamp op te zetten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord plekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.