plenty

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plenty    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplɛnti/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plen·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘in overvloed’ voor het eerst aangetroffen in 1887 [1]
  • van Engels plenty [2][3]

Onbepaald voornaamwoord

plenty

  1. meer dan genoeg, in overvloed

Gangbaarheid

  • Het woord plenty staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  plenty (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /plɛnti/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudfranse plentet.

Bijvoeglijk naamwoord

plenty

  1. genoeg
    «We had plenty of time.»
    Wij hadden genoeg tijd.
  2. veel
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.