plugt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plugt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plugt

Werkwoord

vervoeging van
pluggen

plugt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluggen
    • Jij plugt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluggen
    • Hij plugt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pluggen
    • Plugt! 

Gangbaarheid

  • Het woord plugt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.