podagreus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  podagreus    (hulp, bestand)
  • IPA: /podaˈɣrøs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • po·da·greus
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen podagreuspodagreuzerpodagreust
verbogen podagreuzepodagreuzerepodagreuste
partitief podagreuspodagreuzers-

Bijvoeglijk naamwoord

podagreus

  1. (medisch) lijdend aan jicht
    • Dat hij podagreus was, bleek onder meer uit een brief van Marie Anemaet aan W.H. Suringar van 12 juni 1863, (…): ‘Mijn vader (...) is een zwaar podagrist’. [3]
  2. (medisch) met jicht, betrekking hebbend op jicht
    • Sir Basil Winterton is een oude vrijgezel, die zijn lijfarts, dokter Keating, op elk uur van den dag en den nacht met zijn podagreus been meent te kunnen lastig vallen. [4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord podagreus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
10 %van de Nederlanders;
14 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.