poken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘porren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1450 [1]

Zelfstandig naamwoord

depokenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pook

Gangbaarheid

  • Het woord poken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.