pokert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pokert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·kert

Werkwoord

vervoeging van
pokeren

pokert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pokeren
    • Jij pokert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pokeren
    • Hij pokert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pokeren
    • Pokert! 

Gangbaarheid

  • Het woord pokert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Duits

Uitspraak
  • Geluid:  pokert    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈpoːkɐt /
Woordafbreking
  • po·kert

Werkwoord

pokert

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van pokern

pokert

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van pokern

pokert

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van pokern
Verwante begrippen
  • gepokert
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.