pokeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pokeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pokeren
pokerde
gepokerd
zwak -d volledig

Werkwoord

pokeren

  1. inergatief (kaartspel) een bepaald spel spelen waarin op een hand kaarten gewed wordt
    • Er werd die avond tot in de kleine uurtjes gepokerd. 
Afgeleide begrippen
  • pokeraar, pokerbeker, pokergebied, pokergezicht, pokerhand, pokerpiste, pokerspel, pokersteen, pokertafel, pokerwereld
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pokeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.