poliert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poliert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·liert

Werkwoord

vervoeging van
polieren

poliert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polieren
    • Jij poliert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polieren
    • Hij poliert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van polieren
    • Poliert! 

Gangbaarheid

  • Het woord poliert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.