polygaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  polygaam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·ly·gaam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met meer dan één persoon getrouwd’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
  • met het voorvoegsel poly- en met het achtervoegsel -gaam [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen polygaampolygamerpolygaamst
verbogen polygamepolygamerepolygaamste
partitief polygaamspolygamers-

Bijvoeglijk naamwoord

polygaam [3]

  1. met meer dan één partner
  2. gemengdslachtig
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord polygaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.