poneerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poneerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
poneren

poneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van poneren
    • Ik poneerde. 
    • Jij poneerde. 
    • Hij, zij, het poneerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord poneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.