poneren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poneren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stellen’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poneren
poneerde
geponeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

poneren [3]

  1. overgankelijk stellen, voordragen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord poneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.