poneert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poneert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·neert

Werkwoord

vervoeging van
poneren

poneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poneren
    • Jij poneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poneren
    • Hij poneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van poneren
    • Poneert! 

Gangbaarheid

  • Het woord poneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.