porren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  porren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • por·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stoten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1254 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
porren
porde
gepord
zwak -d volledig

Werkwoord

porren

  1. inergatief stoten met de hand, een stok of ander langwerpig voorwerp
    • Hij porde eens flink in de verstopte afvoer en de verstopping schoot los. 
  2. overgankelijk iemand ~: iemand in alle vroegte wakker maken
    • Ik zal je wel porren! 

Zelfstandig naamwoord

deporrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord por

Gangbaarheid

  • Het woord porren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.