pratikeerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pratikeerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pra·ti·keer·den

Werkwoord

vervoeging van
pratikeren

pratikeerden

  1. meervoud verleden tijd van pratikeren
    • Wij pratikeerden. 
    • Jullie pratikeerden. 
    • Zij pratikeerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord pratikeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.