predisponeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  predisponeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·dis·po·neer

Werkwoord

vervoeging van
predisponeren

predisponeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren
    • Ik predisponeer. 
  2. gebiedende wijs van predisponeren
    • Predisponeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren
    • Predisponeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord predisponeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.