preekweekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  preekweekje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • preek·week·je

Zelfstandig naamwoord

hetpreekweekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord preekweek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.