premenstrueel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  premenstrueel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·men·stru·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen premenstrueelpremenstruelerpremenstrueelst
verbogen premenstruelepremenstruelerepremenstrueelste
partitief premenstrueelspremenstruelers-

Bijvoeglijk naamwoord

premenstrueel

  1. (medisch) vóór de maandstonden (maadelijkse bloeding) bij de vrouw
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord premenstrueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.