prepareer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prepareer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·pa·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prepareren |
prepareer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prepareren
- Ik prepareer.
- gebiedende wijs van prepareren
- Prepareer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prepareren
- Prepareer je?
Gangbaarheid
- Het woord prepareer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.