prevalecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
prevalecer
prevalecĂ­a
prevalecido
volledig

Werkwoord

prevalecer

  • onovergankelijk
  1. overheersen
  2. zegevieren
  3. prevaleren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.