profeteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  profeteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·fe·teer

Werkwoord

vervoeging van
profeteren

profeteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profeteren
    • Ik profeteer. 
  2. gebiedende wijs van profeteren
    • Profeteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profeteren
    • Profeteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord profeteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.