profeteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  profeteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·fe·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
profeteren

profeteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van profeteren
    • Ik profeteerde. 
    • Jij profeteerde. 
    • Hij, zij, het profeteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord profeteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.