profylactisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  profylactisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·fy·lac·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorbehoedend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
  • afgeleid van profylaxe met het achtervoegsel -isch [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen profylactischprofylactischer
verbogen profylactischeprofylactischere
partitief profylactischprofylactischers-

Bijvoeglijk naamwoord

profylactisch [3]

  1. betrekking hebbend op de profylaxe
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord profylactisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.