promulguer

Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
promulguer
promulguais
promulgué
eerste groep volledig

Werkwoord

promulguer

  1. overgankelijk, (juridisch) afkondigen (v. wet e.d.), bekendmaken, promulgeren, verkondigen, uitvaardigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.