pulst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pulst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pulst

Werkwoord

vervoeging van
pulsen

pulst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulsen
    • Jij pulst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulsen
    • Hij pulst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pulsen
    • Pulst! 

Gangbaarheid

  • Het woord pulst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.