punitief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  punitief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pu·ni·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen punitiefpunitieverpunitiefst
verbogen punitievepunitieverepunitiefste
partitief punitiefspunitievers-

Bijvoeglijk naamwoord

punitief

  1. gericht zijn op het straffen van iemand
     Bovendien was de hardrijder volgens de raad door alle commotie in de media en de maatschappij extra gestraft. "Dat (punitief element) is een reden te meer om voor strafonderbreking in aanmerking te komen", schrijft de raad.[1]
     'Wat we nog steeds veel horen is wat ik wel punitief populisme noem. Het is de taal waar bijvoorbeeld minister Opstelten zich van bedient. 'We gaan criminelen stoppen' of 'we gaan misstanden bestrijden'. Dat is een taal van bevechten die heel negatief is. Dat zie je in de politiek, maar ook in de media.'[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord punitief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Onbegrip in Kamer om vrijlating Poolse doodrijder” (13-05-2017), NOS
  2. Weblink bron
    Joost Zonneveld
    “'De vraag is of we de politie altijd wel nodig hebben'” (18 oktober 2014), Het Parool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.