réciter

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  réciter    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
réciter
récitais
récité
eerste groep volledig

Werkwoord

réciter

  1. overgankelijk: hardop lezen, reciteren, voorlezen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.