raadplege

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raadplege    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmakə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • raad·ple·ge
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
raadplegen

raadplege

  1. aanvoegende wijs van raadplegen

Gangbaarheid

  • Het woord raadplege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.