racen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: racen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈresə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ra·cen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
racen |
racete |
geracet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
racen
- inergatief aan een snelheidswedstrijd deelnemen
- Morgen gaan ze weer racen in Zandvoort.
- inergatief haasten
- Ik ben te laat, waardoor ik nu moet racen!
Gangbaarheid
- Het woord racen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "racen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.