rakkert

Uitspraak

• Geluid:  rakkert    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrɑkərt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• rak·kert

Woordherkomst en -opbouw

•  rakker ww  met de uitgang -t

Werkwoord

rakkert

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rakkeren
   

   • Jij rakkert. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rakkeren
   

   • Hij rakkert. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rakkeren
   

   • Rakkert! 

Gangbaarheid

• Het woord rakkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.