randen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: randen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɑndə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ran·den
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de [A] randen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rand
Werkwoord
[B] randen
- (verouderd) tekeergaan (van honden)
Verwante begrippen
Overerving en ontlening
Gangbaarheid
- Het woord randen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "randen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ randen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Woordafbreking
- ran·den
Zelfstandig naamwoord
randen m
- nominatief bepaald enkelvoud van rand (zelfstandig naamwoord, eerste afdeling, betekenissen 1-5)
Synoniemen
- randa v
Zelfstandig naamwoord
randen m
- nominatief bepaald enkelvoud van rand (zelfstandig naamwoord, tweede afdeling)
Nynorsk
Woordafbreking
- ran·den
Zelfstandig naamwoord
randen m
- nominatief bepaald meervoud van rand (zelfstandig naamwoord, tweede afdeling)
Zelfstandig naamwoord
randen m
- nominatief bepaald meervoud van rande
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.