rangeert uit

Uitspraak

• Geluid:  rangeert uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ran·geert uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit rangeert (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

rangeert (...) uit

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrangeren
   

   • Jij rangeert uit. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrangeren
   

   • Hij rangeert uit. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrangeren
   

   • Rangeert uit! 

Gangbaarheid

• Het woord rangeert uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.