rechtspreekt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rechtspreekt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • recht·spreekt

Werkwoord

vervoeging van
rechtspreken

rechtspreekt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtspreken
    • ... dat jij rechtspreekt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtspreken
    • ... dat hij rechtspreekt. 

Gangbaarheid

  • Het woord rechtspreekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.