rechtspreken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rechtspreken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • recht·spre·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rechtspreken
sprak recht
rechtgesproken
klasse 4 volledig

Werkwoord

rechtspreken [1]

  1. (juridisch) onovergankelijk een gerechtelijke uitspraak doen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • rechtspreker, rechtspreking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rechtspreken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.