reconcilieert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reconcilieert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·con·ci·li·eert

Werkwoord

vervoeging van
reconciliëren

reconcilieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconciliëren
    • Jij reconcilieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconciliëren
    • Hij reconcilieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van reconciliëren
    • Reconcilieert! 

Gangbaarheid

  • Het woord reconcilieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.