reconciliëren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reconciliëren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·con·ci·li·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reconciliëren
reconcilieerde
gereconcilieerd
zwak -d volledig

Werkwoord

reconciliëren [3]

  1. overgankelijk verzoenen, weer verenigen
  2. overgankelijk ontheiligde kerken of kerkhoven opnieuw wijden
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord reconciliëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.