recorrer

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • re·co·rrer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recorrer
recorría
recorrido
volledig

Werkwoord

recorrer

  1. overgankelijk afleggen (van een afstand), aflopen
  2. doorreizen, afreizen, doorlópen, doortrékken
  3. onderzoeken, afreizen
  4. doornemen, doorbladen, vluchtig doorlezen
  5. herstellen, repareren
Synoniemen
  • [2] atraversar

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.