reedde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reedde af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈredə ˈɑf/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • reed·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afreden

reedde (…) af

  1. enkelvoud verleden tijd van afreden
    • Ik reedde af. 
    • Jij reedde af. 
    • Hij, zij, het reedde af. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'reedde af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.