reisa

Noors

Woordafbreking
  • rei·sa

Zelfstandig naamwoord

reisa, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van reis
Schrijfwijzen
  • reisene, o

Zelfstandig naamwoord

reisa, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van reis
Schrijfwijzen
  • reisen, m

Zelfstandig naamwoord

reisa, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van reise
Schrijfwijzen
  • reisen, m


Nynorsk

Woordafbreking
  • rei·sa

Werkwoord

reisa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast reise, zie aldaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.