relationeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  relationeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·la·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen relationeelrelationelerrelationeelst
verbogen relationelerelationelererelationeelste
partitief relationeelsrelationelers-

Bijvoeglijk naamwoord

relationeel

  1. met betrekking tot een relatie

Gangbaarheid

  • Het woord relationeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.