repeat
Engels
Uitspraak
- Werkwoord
- Geluid: repeat (hulp, bestand)
- IPA: ɹiˈpiːt
- Zelfstandig naamwoord
- IPA: ˈɹiːpit
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to repeat |
he/she/it | repeats |
verleden tijd | repeated |
voltooid deelwoord |
repeated |
onvoltooid deelwoord |
repeating |
gebiedende wijs | repeat |
Werkwoord
repeat
Zelfstandig naamwoord
repeat
Dit leek wel op een herhaling van de wedstrijd van verleden jaar.#:*This looked like a repeat from last year's game.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.