ridiculiseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ridiculiseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ri·di·cu·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
ridiculiseren

ridiculiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ridiculiseren
    • Jij ridiculiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ridiculiseren
    • Hij ridiculiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ridiculiseren
    • Ridiculiseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord ridiculiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.