ridiculiseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ridiculiseren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ridikyliˈzerə(n)/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ri·di·cu·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

    Werkwoord

    ridiculiseren [1]

    stamtijd
    onbepaalde
    wijs
    verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    ridiculiseren
    ridiculiseerde
    geridiculiseerd
    zwak -d volledig
    1. iets of iemand belachelijk maken
      • Dankzij de opkomst van het internet ontstaat nu vaak eerst een massale protestbeweging en pas daarna wordt een bijbehorende ideologie uitgewerkt. Het is dan ook onterecht om de Occupy-beweging van meet af aan te ridiculiseren, meent Michiel van der Zee, student Europese studies. [2] 
      • Het machtigste softwarebedrijf zakte finaal door het ijs door de iPhone te ridiculiseren. ,,Veel te duur, schamperde Steve Ballmer, voormalig ceo van Microsoft. ,,En de iPhone heeft niet eens een toetsenbord en daarmee is de telefoon ongeschikt voor zakelijk gebruik. [3] 
    Synoniemen
    Verwante begrippen
    Afgeleide begrippen
    • ridiculisering
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord ridiculiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    90 %van de Nederlanders;
    91 %van de Vlamingen.[4]

    Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.