rijdend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijdend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛidənt/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈrɛɪ̯.dənt/, /ˈrɛɪ̯.jənt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈrɛː.dənt/
    • (Limburg): /ˈrɛɪ̯.dənd/
Woordafbreking
  • rij·dend

Werkwoord

vervoeging van: rijden
verbogen vorm: rijdende

rijdend

  1. onvoltooid deelwoord van rijden
Hyponiemen
stellend
onverbogen rijdend
verbogen rijdende
partitief rijdends

Bijvoeglijk naamwoord

rijdend

  1. als iets of iemand aan het rijden is
    • De rijdende rechter houdt zitting bij de mensen en niet in een rechtszaal. 

Gangbaarheid

  • Het woord rijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.